Het boek gaat over de lotgevallen van één gestorvene, die met haar begeleider op reis gaat tussen dood en een nieuwe geboorte. De lezer maakt alleen háár lotgevallen mee. Natuurlijk zijn die een individuele variant op een groots reisschema. De auteurs gaan ervan uit dat de ervaringen die gestorvenen in de verschillende sferen doormaken, sterk uiteen kunnen lopen. Afhankelijk van hoe er geleefd is, zullen gestorvenen die andere wereld na de dood verschillend beleven en er doorheen reizen. In dit boek wordt dus slechts één mogelijk verhaal verteld.

Het hele verhaal is ontzettend rijk aan sferen. De tekst, afwisselend poëzie en proza, is vaak ontroerend en de schilderijen zijn heel stemmingsvol.

Een gestalte wacht me op

aan het einde

van de tunnel.

Geen man, geen vrouw,

maar meer.

Zijn gezicht

herken ik –

Ik heb het gezocht,

een leven lang,

in alle gezichten

die ’k tegenkwam.

In een veel latere fase van het verhaal nadert ze het gebied van De Ommekeer. Daar ontmoet de hoofdpersoon drie vensters: het Venster van het Verleden, het Venster van de Toekomst en het Venster van mijn Bestaan. Alles is betoverend, aangrijpend verteld en in beeld gebracht. Maar in deze fase van de reis staat de hoofdpersoon voor een beslissing. Hoe zal het beeld van mijn toekomst eruitzien? Is mijn verleden daarvoor bepalend?

Het verleden

van de rups

valt in de pop uiteen

om zijn toekomst

als vlinder

mogelijk te maken.

Oorzaken

komen uit de toekomst

als iets dat nog niet is

worden wil.

Twee eerder uitgekomen kunstboeken: 2014: Spreken tot de sterren. Frederiek Nelissen en Wil Uitgeest: (Uitgeverij Cichorei). 2019: Faust. Frederiek Nelissen, Paul van Panhuys en Wil Uitgeest: (Uitgeverij Cichorei).

PS : DE PRESENTATIE OP 7 OKT IS INMIDDELS VOLGEBOEKT.  Voor de 8e is reserveren niet nodig, dan is er minder programma maar meer ruimte om de expositie en het boek te bekijken en met de kunstenaars in gesprek te gaan.